Gerechtigheid voor de gebroeders

De Witt!!1!😤

Toen de Republiek er in het Rampjaar 1672 slecht voor leek te staan, kregen de Staten van Holland in de persoon van Johan de Witt de schuld, terwijl zijn broer van militaire lafheid werd verdacht. Door geruchten en valse beschuldigingen – zo zou Cornelis een moord beramen op de prins van Oranje - ontstond een oproerige situatie, die op 21 juni 1672 leidde tot een aanslag op Johan en Cornelis de Witt en ten slotte tot de moord en daaropvolgende orgie van geweld op 20 augustus.

Cornelis werd onder de voet gelopen en bezweek onder de slagen van geweerkolven. Johan de Witt werd door notaris Gillis van Soenen met een piek aan zijn hoofd verwond, maar ontkwam aan de schutters. Hij riep: 'Siet wat ghij doet mannen'. Daarna schoot luitenant ter zee Maerten van Valen hem met een pistool van achteren door zijn hoofd. Zieltogend op de grond trachtte Johan met gevouwen handen zijn hoofd nog op te lichten. Vervolgens kreeg de Witt een zware slag met een geweerkolf van de schutter en herbergier Pieter Verhagen. Het werk werd met messen afgemaakt door de vleeshouwer Christoffel de Haen. Om het een officiële executie te doen lijken leegden de schutters hun geweren op de stoffelijke overschotten. De lijken werden vervolgens beroofd en volledig ontkleed, met lonten ondersteboven opgehangen aan de wipgalg en opengereten. Tenen, vingers, duimen, oren, neuzen, lippen, tongen en handen werden afgesneden. De ingewanden werden uit de lichamen gehaald en volgens ooggetuige en dichter-industrieel Joachim Oudaen deels door de omstanders opgegeten of aan honden te eten gegeven. Ook werden de lichamen gecastreerd. In de nacht van 21 op 22 augustus werden de broers stiekem begraven in de Nieuwe Kerk, waar dominee Simonides eerder die dag gepredikt had dat hij ervan overtuigd was dat de moordenaars niet gestraft zouden worden, omdat de slachting "eene wrake en een werk Gods" zou zijn. De houten geslachtwapens van de broers waren door de familie verborgen gehouden, voordat ze ruim een week later bij het graf werden geplaatst. Het mocht niet baten. Ze werden alsnog door een razende meute kapot geslagen.

De precieze rol van prins Willem III in het moordcomplot is in nevelen gehuld, maar hij was op de hoogte en heeft niet ingegrepen om de moord te voorkomen. Hij stuurde geen troepen naar Den Haag toen op 20 augustus de Staten van Holland hem daar tot tweemaal toe om verzochten. Hij gaf daar nooit een verklaring voor. Als kapitein-generaal had Willem III op zijn minst snel troepen kunnen sturen. Op 21 augustus keerde hij terug in Den Haag. De volgende dag stuurden de Staten van Holland een afvaardiging naar de prins, die hem vroeg maatregelen te nemen tegen de belangrijkste geweldplegers. De prins maakte meteen duidelijk dat hij niet van plan was tegen deze lieden op te treden.

De volgende weken en maanden vonden in talrijke plaatsen zogeheten 'wetsverzettingen' plaats, waarbij staatsgezinden in de vroedschappen plaatsmaakten voor oranjegezinden. In Den haag gebeurde dat al in september 1672. Deze 'wetsverzettingen' werden vergemakkelijkt door de enorme dreiging die uitging van de moord en het onbestraft blijven van de daders.

De kans dat een tekst nog licht kan werpen op de rol van de prins is klein, want het is bekend 'dat Willem III en zijn politieke rechterhand Gaspar Fagel gewend waren controversiële stukken aan de open haard prijs te geven.'

Tekstbron: wikipedia

Achtergrond: "De verminkte lijken van de gebroeders De Witt" - Jan de Baen, 1672